-
Uit Het Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden van A.J. van der Aa (www.tresoar.nl):
HIAURE, ook wel Hijaure, Jaure of Joure, en ter onderscheiding van het vlek van dien naam, veelal de Kleine-Jouwer of Lytse-Jouwer genaamd, in het Fr. Hyouwer, d., prov. Friesland. kw. Oostergoo, griet. West-Dongeradeel, arr. en 5 u. N. O. van Leeuwarden, kant. en 1 u. Z. O. van Holwerd. Men telt er, met de daartoe behorende b. Lutkelaard, 18 h. en 115 inw., die meest hun bestaan vinden in landbouw en veeteelt. De inw., die allen Herv. zijn, behooren tot de gem. van Hiaure-en-Bornwird, die in dit d. eene kerk heeft. Het is een langwerpig gebouw, met een steenen verwulfsel en den predikstoel aan het eind en van eenen stompen toren voorzien, doch zonder orgel. Aan de kerk en den toren is veel tufsteen. Weleer had men hier eenige oude staten, waarvan thans geene meer bestaat. De vaart van Ternaard naar de Ee en Dockum, loopt ten westen voorbij dit dorp. HIAURE-EN-BORNWIRD, kerk. gem., prov. Friesland, klass. van Dockum, ring van Holwerd. Men heeft in deze gem. twee kerken, als: ééne te Bornwird en ééne te Hiaure, en telt er 390 zielen, onder welke 50 Ledematen. De eerste, die het leeraarambt in deze gem. heeft waargenomen, is geweest Gerlagus Habbema, die in het jaar 1662 herwaarts kwam, en in het jaar 1665 overleed. Hiaure werd in 1606 gevoegd bij Hantum; Bornwird bij Foudgum; doch reeds in 1617 werden Hiaure, Bornwird, Foudgum en Raard, door eenen Predikant bediend, dat tot in het jaar 1662 geduurd heeft.
|